Doorgaan naar hoofdcontent

Krae-krae kras daar vliegt ie met z’n zwarte jas!

De kraaien vinden het een fijne tijd nu de eikels en noten uit de bomen vallen. De harde wind lijkt ze niet te deren. Daar kunnen wij mensen nog wat van leren, wij zitten en klagen wat is het guur en zij vliegen met een bek vol naar het dak van de schuur. De een roept de ander waar die ook zit ze krijsen, vertellen hun streken aan wie er ook komt. Ze zijn groot en sterk dat zie je aan die grote grijze snavel. Als een speerpunt zo spits, groot en gevaarlijk, je zou er niet graag door gepikt willen worden.
Kraaien hebben ook neven en nichten. Soorten die er op lijken maar misschien niet eens echt familie zijn zoal roeken en kauwen, raven. Die zijn vaak ook helemaal zwart. Eksters zijn ook familie maar die hebben ook witte veren. Kauwen zie je zelfs hoog boven in de Alpen op soms wel 3000m, van roeken weet ik dat ze vaak levenslang een paar blijven die vele generaties kinderen opvoeden elk jaar wel twee of drie jongen. Maar bij vogels blijven daarvan na de winter nooit meer veel over.
Door dat deze vogels allemaal zwarte pakken dragen zijn mensen vaak bang voor ze, maar er zijn ook weer mensen die een kauw tam heb weten te maken, die zit dan gewoon bij hun in de tuin soms in een kooi of komt gewoon mee op tafel zitten. Sommige mensen hebben met heel veel geduld een kauw leren praten. Ze leren hem bepaalde klanken nadoen zodat het lijkt als of hij woordje zegt.
Jammer dat ze de zo lief lijkende kleine vogeltjes als vinken en meesjes bang maken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wat ligt daar Papa?

De pannen van het dak liggen op houten balken. Die zijn misschien wel honderd jaar oud. Dus het huis is ook al heel, heel oud. Een kleine manneke mag samen met papa op de zolder van het grote huis kijken of de pannen nog goed liggen, want anders kan de regen tussen de pannen door vallen. Op een van de balken ziet het kleine jongetje een soort bol liggen. Die bol is van een soort papier. Wat ligt daar papa? Vraagt het manneke. Ik zal je een verhaaltje vertellen, zegt papa. Dit is het huisje van Franka Frutsel. Eens, al wat langer geleden was Franka Frutsel op zoek naar een plaatsje om te gaan wonen. Franka Frutsel is een beestje met een bol rond hoofd met twee lange sprieten, met op haar schouders twee mooie vleugels, zo helder als glas, met een klein lijfje met gele en zwarte strepen. Franka Frutsel had tussen de pannen een gaatje gevonden en daar was ze doorheen gekropen. Het kleine lijfje was wel erg rond want daar zaten een heleboel babytjes in. Niet maar één of twee, nee wel h

Opa.

Mijn pa, jou opa of groot opa. Zo oud, dat het leven bijna ophoud. Vandaag is hij goed, morgen gaat het hem slecht. Eigenlijk heeft hij het wel gezien. Ik denk dat hij in wilt slapen misschien. Maar dan pakt hij mijn tweede stuk taart, en dan denk je, dat was nooit zo zijn aard We genieten dat hij nu weer eet. Het was lange tijd anders zoals je wel weet Zij verzorgt hem met liefde zogoed als het kan. Wat een gelukt voor deze man.

Oproep. Wie helpt mij?

Ik vraag iedereen die dit leest mij te helpen taal en interpunctie fouten te doen verbeteren. Ik zoek hulp om mijn teksten in algemeen beschaaft LIMBURGS te vertalen zonder in spitsvondige plaatselijke verschillen te verdwalen.