Doorgaan naar hoofdcontent

Kevertjes

Kevertjes zijn de opruimers van de natuur. Zij zorgen dat veel dode dieren en planten weggeruimd worden. Eerst zal ik je vertellen wat kevertjes zijn en dan hoe ze de natuur schoonhouden. Kevertjes zijn kruipdiertjes met 6 of 8 pootjes en voelsprieten als horentjes op hun kop. Die gebruiken ze om te voelen en ook om te ruiken. Ze hebben soms vleugeltjes en altijd twee half dekseltjes als bakjes op de rug om hun kleine zachte lijfjes te beschermen. Er zijn kevertjes die jij vast goed kent en dat zijn de lieveheersbeestjes of mariakevertjes. Die hebben rode dekseltjes met zwarte stippen maar er zijn ook soorten die geel met zwart zijn. Er zijn nog veel meer soorten kevers en heel veel kleuren, glanzend zwart, blauw met paars, gestreept en nog veel meer kleuren. Sommige kevers kunnen vliegen, ander graven gangen of kunnen steentjes rollen.. Kevertjes kruipen door de tuin en door de wei, ze ruimen rommeltjes op door die op te eten of door er eitjes op te leggen. Uit die eitjes komen larven, dat zijn keverbabytjes.

Opa met de witte prikken, Zondag, 5 februari 2017

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wat ligt daar Papa?

De pannen van het dak liggen op houten balken. Die zijn misschien wel honderd jaar oud. Dus het huis is ook al heel, heel oud. Een kleine manneke mag samen met papa op de zolder van het grote huis kijken of de pannen nog goed liggen, want anders kan de regen tussen de pannen door vallen. Op een van de balken ziet het kleine jongetje een soort bol liggen. Die bol is van een soort papier. Wat ligt daar papa? Vraagt het manneke. Ik zal je een verhaaltje vertellen, zegt papa. Dit is het huisje van Franka Frutsel. Eens, al wat langer geleden was Franka Frutsel op zoek naar een plaatsje om te gaan wonen. Franka Frutsel is een beestje met een bol rond hoofd met twee lange sprieten, met op haar schouders twee mooie vleugels, zo helder als glas, met een klein lijfje met gele en zwarte strepen. Franka Frutsel had tussen de pannen een gaatje gevonden en daar was ze doorheen gekropen. Het kleine lijfje was wel erg rond want daar zaten een heleboel babytjes in. Niet maar één of twee, nee wel h

Opa.

Mijn pa, jou opa of groot opa. Zo oud, dat het leven bijna ophoud. Vandaag is hij goed, morgen gaat het hem slecht. Eigenlijk heeft hij het wel gezien. Ik denk dat hij in wilt slapen misschien. Maar dan pakt hij mijn tweede stuk taart, en dan denk je, dat was nooit zo zijn aard We genieten dat hij nu weer eet. Het was lange tijd anders zoals je wel weet Zij verzorgt hem met liefde zogoed als het kan. Wat een gelukt voor deze man.

Oproep. Wie helpt mij?

Ik vraag iedereen die dit leest mij te helpen taal en interpunctie fouten te doen verbeteren. Ik zoek hulp om mijn teksten in algemeen beschaaft LIMBURGS te vertalen zonder in spitsvondige plaatselijke verschillen te verdwalen.