Doorgaan naar hoofdcontent

Kiep de Kip wil schoenen.

MET DIT VERHAALTJE IS BEGONNEN OP MAANDAG 24 NOVEMBER 2008 VOOR EVAN, NIELS EN JOREN BERK. GESCHREVEN DOOR OPA MET DE WITTE PRIKKEN.

Kiep de Kip werkt op de boerderij van Henk Haan. Als in de herfst, vlak voor het winter wordt, de suikerbieten worden binnen gehaald is het een modder van jewelste. Dat vindt Kiep heel vies en ze zeurt dan ook om schoenen. Boer Henk wordt er een beetje gek van.
Kiep vindt het wel leuk om van bieten lampjes maken. Je weet wel dan moet je eerst een biet uithollen en er dan oogjes een neusje en mondje in te snijden. Als het dan donker wordt zet Kiep hem buiten met een kaarsje erin dat geeft dan een heel gezellig licht.
Kiep gaat weer eens naar Henk Haan en zegt, Henk ik vindt die modder maar vies hoor, ik glijd er op uit en dan heb ik een vieze broek en Henny de boerin moppert als ik met modderpoten naar de wc ga. Ik wil graag dat je met mij naar de winkel gaat om schoenen of laarzen voor me te kopen en ik wil ook graag een bakkepak, als het kan zo’n mooi rooie zoals Joren en Niels en Evan ook hebben. Als ik dan weer met je op het land mag werken word ik niet meer zo vies.
Nu dat vind ook Henk Haan wel leuk om eens met zo’n knap kipje naar de stad te gaan. Oké, Kiep dat doen we dan, zegt Henk, ik zal Henny de boerin vragen of we vrijdag kunnen gaan dan is er ook markt in de stad en kunnen we daar gaan kijken wat de mensen allemaal willen kopen en of onze eieren en bloemkool niet te duur of te goedkoop zijn.
Nu is Kiep echt blij, misschien krijgt ze wel mooie gele klompjes of laarsjes en eindelijk zo’n mooi bakkepak. Ze is dus een echt meisje, dol op mooie kleertjes. ‘s Avonds in bed ligt ze te draaien van blijdschap dat ze met de boer naar de stad mag. Eindelijk is het vrijdag, Kiep staat heel vroeg op ze gaat zelfs extra onder de kippendouche zodat ze lekker ruikt en haar veertjes mooi gaan blinken. Dan gaat ze naar de boerin, die zit in de keuken en is kippensoep aan het koken. Dat is soep die kippen extra lekker vinden. Er zit veel maïs en wormen in. Goede morgen Kiep zegt de boerin, Henk komt zo, hij is nog even de koeien melken. Jullie gaan met de bus die komt over een half uurtje bij de halte aan de grote weg. Dus tijd genoeg. Let je op de markt even op de prijs van de eieren en vraag dan even of ze liever bruine of witte eieren willen hebben?
Met de bus naar de stad, Kiep wil wel kakelen van blijdschap. Ja Kiep, zegt de boerin, jij doet altijd zo goed je best en je werkt zo goed mee dat ik tegen de boer gezegd heb dat hij ook nog een mooie kippenschort voor je moet kopen. Dan heb je heb je het bakkepak voor op het land en de schort voor als je mij hier in huis komt helpen. Want nu het winter wordt is er buiten op het land niet veel meer te doen. Boer hoeft alleen nog maar voor de koeien en de varkens te zorgen en dan kun jij mij helpen met het huis en de keuken.
Ik leer je dan een beetje koken en brood bakken en jij kunt mij dan helpen met de was strijken en stofzuigen. Om dat je al wat groter bent kun je ook op de kinderen te passen dat noemen wij kuikenzitten. Dan kunnen boer en ik ook eens en keertje samen weg.
Oh dat vind ik leuk, dank u wel mevrouw Haan kakelt Kiep.

ZO, MORGEN SCHRIJF IK VERDER, WELTERUSTEN KWULLEN. KNUF VAN OPA.
WOENSDAG 26 NOVEMBER 2008.

Nu gaan Kiep de Kip en boer Henk naar de bus. Dat heeft boer ook nog niet zo vaak gedaan, want meestal rijdt hij op de tractor en laat hij de boerin de boodschappen doen. Ze lopen samen naar de grote weg en kijken op het bordje hoe laat de bus komt. Gelukkig duurt dat niet meer lang. De boer verteld aan Kiep dat hij, toen hij nog een kuikentje was met de bus naar school ging, want zijn papa had geen auto en die kon niet elke dag met paard en wagen naar de school rijden. Een tractor had zijn papa niet. Die kon boer Haan pas kopen toen hij jaren lang heel, heel hard gewerkt had. Ik moest er zelfs nog een stukje land voor verkopen, zo duur was de tractor. Kiep luistert maar een klein beetje naar wat boer vertelt want ze is veel te blij dat ze klompjes zal krijgen. Daar komt de bus, jee wat is die groot, hoe moet ze daar nu inkomen met haar korte pootjes? Ze dacht er even niet aan dat ze ook nog vleugeltjes heeft. Gelukkig doet boer Haan het even voor. Die staat nu bij de man die de bus moet sturen. Mag ik uw strippenkaart vraagt die. Wat moet u hebben vraagt boer? Een kippenkaart? Nee een strippenkaart zegt de meneer van de bus. Wat is dat nu vraagt boer. Ik heb gewoon centjes net als vroeger toen ik naar school ging. Dus hoeveel centjes moet ik geven? 4 euro zegt de mijnheer van de bus. Henk schrikt ervan, zo duur vraagt hij? Nadat Henk betaald heeft zoeken ze een plaatsje. Kiep wil graag helemaal achterin zitten, op de hoge bank, dan kan ze alle mensen in de bus zien en heel ver buiten kijken.
Als ze in de stad zijn gaan ze eerst samen naar de markt. Wat een drukte, boer Henk kent heel veel mensen want hij stopt overal om te praten en te lachen. Leuk kipje heb je daar hoor ze andere boeren zeggen. Kan ze niet eens bij mij komen helpen, zeggen ze. Nu Kiep snapt er niks van maar ze kijkt haar ogen uit. Wat en boel spullen verkopen ze hier. Er ligt groente naast hoeden en petten en klompen en bretels zo als boer die heeft. Er liggen zelfs bergen met snoepjes, zakken met lekkere maïs, zaadjes, graan en koren.
Ze moet er haar snaveltje van aflikken. Zeg 't maar Kiep, wat vindt je lekker, dan koop ik een zakje voor je, zegt een vriend van boer Henk. Dat vindt Kiep maar raar hoor dat een vreemde haan iets lekkers voor haar wil kopen. Nee hoor, dat hoeft niet zegt Henk. Kiep is met mij mee en ik zal haar trakteren. Koop jij maar bloemen voor je eigen boerin. We gaan eerst een bakkepak kopen en dat mag je dan meteen aanhouden en dan gaan we deftig samen iets eten want ik heb nu al honger. Kiep weet niet wat ze allemaal hoort. Nu staan ze bij een kraam waar ook bakkepakken hangen, groene, blauwe, grijze en ja hoor ook een paar rode. Er hangen petten in alle kleuren en er staan klompen met kleuren en gewone in hout kleur. Kiep begint te dansen van plezier. Boer, boer kijk, kijk hier, kijk hier kakelt Kiep met een hoog stemmetje. Nou je snapt 't wel en boer ook. Mevrouw, vraagt Henk, hebt u een mooi bakkepak voor mijn kleine Kiep? Zo meisje zegt de mevrouw, wat wil je graag voor een kleur, de groene zijn voor het werk het makkelijkste, die hoef je niet zo vaak te wassen. Ik zie het al, die vindt je niet zo mooi, je wilt zeker een rode hè? Ja mevrouw zegt Kiep verlegen.
Nu kom maar eens hier achter de kraam dan kun je deze eens passen. Kiep glundert van plezier. Ze trekt het pak aan maar dat is toch wel erg groot. Pas maar eens een maatje kleiner zegt de mevrouw. En ja hoor dit zit prima, even bukken of je je goed kunt bewegen hoor zegt Henk Haan. Zal ik dit dan voor je inpakken vraagt de mevrouw? Kiep kijkt ineens een beetje treurig, oh je wilt het meteen aanhouden, mag dat boer Henk, vraagt de mevrouw? Ja hoor zegt Henk en kijk meteen maar of je er klompjes bij hebt die goed passen. Na dat boer betaald heeft loopt hij met een als een prinses zo trotse Kiep, in haar rode pak en gele klompjes over de markt. Wat is ze deftig, wat is ze blij, Kiep loopt te dansen en te springen en draai met haar kontje van plezier.
Nu gaan we wat eten hoor, zegt Henk, en hij neemt Kiep aan de arm, want ook hij is trots dat hij zo'n sjiek kippetje bij zich heeft. Hij ziet de jaloers blikken van de anderen boeren. Ik weet iets leuks om te gaan eten. Hier om de hoek is een eetcafé “De Roode Haan van St. Pieter” daar kun je rustig zitten en lekker eten en dat is niet zo deftig dat we de klompen moeten uit doen. Daar ging jullie andere opa  en zijn vader ook vaak naar toe.

Mien geveul.
Mins leaf! leaf vandaag! Geneet noow van alles waat 't leave aan goods te beeje haet. Morgen is maar misjiens, morge is as God bleef!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wat ligt daar Papa?

De pannen van het dak liggen op houten balken. Die zijn misschien wel honderd jaar oud. Dus het huis is ook al heel, heel oud. Een kleine manneke mag samen met papa op de zolder van het grote huis kijken of de pannen nog goed liggen, want anders kan de regen tussen de pannen door vallen. Op een van de balken ziet het kleine jongetje een soort bol liggen. Die bol is van een soort papier. Wat ligt daar papa? Vraagt het manneke. Ik zal je een verhaaltje vertellen, zegt papa. Dit is het huisje van Franka Frutsel. Eens, al wat langer geleden was Franka Frutsel op zoek naar een plaatsje om te gaan wonen. Franka Frutsel is een beestje met een bol rond hoofd met twee lange sprieten, met op haar schouders twee mooie vleugels, zo helder als glas, met een klein lijfje met gele en zwarte strepen. Franka Frutsel had tussen de pannen een gaatje gevonden en daar was ze doorheen gekropen. Het kleine lijfje was wel erg rond want daar zaten een heleboel babytjes in. Niet maar één of twee, nee wel h

Opa.

Mijn pa, jou opa of groot opa. Zo oud, dat het leven bijna ophoud. Vandaag is hij goed, morgen gaat het hem slecht. Eigenlijk heeft hij het wel gezien. Ik denk dat hij in wilt slapen misschien. Maar dan pakt hij mijn tweede stuk taart, en dan denk je, dat was nooit zo zijn aard We genieten dat hij nu weer eet. Het was lange tijd anders zoals je wel weet Zij verzorgt hem met liefde zogoed als het kan. Wat een gelukt voor deze man.

Oproep. Wie helpt mij?

Ik vraag iedereen die dit leest mij te helpen taal en interpunctie fouten te doen verbeteren. Ik zoek hulp om mijn teksten in algemeen beschaaft LIMBURGS te vertalen zonder in spitsvondige plaatselijke verschillen te verdwalen.